Restaurants
Hier eet je de lekkerste telo mix tot nu toe met de beste homemade dawet
In deze Surinaams-Javaanse warung in Rotterdam eet je een verrukkelijk telo mix, verfijnde Javaanse kip, knapperige baka bana en saoto...
Update zomer ’21: Warung Gareng heeft een nieuwe, extra vestiging geopend in Rotterdam aan de 1e Middellandstraat 23B!
Soms weet ook ik niet wat ik moet eten. Soms zie ook ik door de bomen het bos niet meer. Ik ga niet voor je jokken. Zo is ’t gewoon.
Een tijdje terug wandelde ik een warung binnen en ik stond daar maar te dralen bij de toonbank…Besluiteloos en niet wetend wat te bestellen. Ik leek een bakra die nooit eerder een saoto zag. Ik kende ’t tentje nog niet goed en uiteindelijk bestelde ik allerlei dingen door elkaar. De jongen achter de toonbank raadde nog wat andere gerechten aan en ik zei: “Ja, is goed, doe maar en dan nog baka bana erbij. Dat moet wel genoeg zijn.”
Winkelwagen waar ben je?
Ik weet tot op de dag van vandaag nog steeds niet wat er gebeurd is of waar ’t mis (of juist goed) ging. En eigenlijk interesseert ’t me ook niet. Maar op de een of andere manier kreeg ik twee hele zware volle tassen mee (een winkelwagen was niet gek geweest) waardoor ik eenmaal thuis aangekomen, bleef uitpakken, toch zeker zo’n 20 minuten lang.
Kijk even naar dit apparaat:
Gaan we ’t zo over hebben.
Mijn eerste ronde:
En mijn God, wat was het lekker!!! Ik had ook bij de pakken nasi neer kunnen gaan zitten en kunnen denken: “Ja wat kut dit, veel te veel eten, wat moet ik hier nu mee?? Wat een verspilling en wat een zonde!” Maar dat dacht ik echt helemaal niet. Geen moment. Bij het openen van alle verschillende bakjes, kreeg ik al een donkerbruin vermoeden dat ’t wel goed zat met dit eten. Ik ging zitten, begon en ben nooit meer opgehouden. Grapje. Maar het duurde lang voordat ik stopte. Zelfs toen sommige gerechten koud werden, bleven ze verschrikkelijk lekker. Zometeen ga ik daar dieper op in. Eerst wat meer over de wondere wereld van de warungs.
Over warungs
Een warung is eigenlijk een kleine familieonderneming. Vaak genereren warungs werk voor meerdere generaties in een familie. Iedereen helpt mee. Een neef doet de administratie, een tante de inkoop en het koken, en weer een ander werkt in de bediening. De term warung komt uit Indonesië. Na de afschaffing van de slavernij trokken Javanen naar Suriname om te werken op de plantages met het idee om later weer terug te keren. Maar omdat ze in Suriname hun eigen land konden verbouwen en soms een vergoeding kregen aangeboden, bleven de meesten daar. Thuis kookten ze Javaanse gerechten met hun eigen verbouwde voedsel. En wat ze overhielden, verkochten ze. Zo gingen ze de huizen langs met een draagmand op hun rug (tenggok) of kozen ze een vaste standplaats op een drukke plek met een karretje (grobag). Tegenwoordig wordt het eten daar vanuit permanente stalletjes verkocht voor het huis of vanuit een marktkraam. (Hoe geweldig zou het zijn als wij dat ook hadden hier, in ons vlakke land??? Ik ga wel met een tafel voor m’n deur staan hoor.) En als de zaken goed gaan of er budget is bouwt men een warung.
Javanen staan in Suriname bekend om hun culinaire kunsten. In de wijk Blauwgrond vind je een overvloed aan warungs waar je verschrikkelijk lekker kan eten.
Javaans vanuit een kofferbak en de arrogante Nederlandse banken
Na de komst naar Nederland begonnen sommige migranten Javaans eten te verkopen. Tot grote vreugde van veel creoolse Surinamers die bij elke hap telo, pecel of saoto hun heimwee beetje bij beetje voelden wegsmelten. Javaanse klanten waren er minder omdat zij thuis zelf kookten en bovendien erg kritisch zijn. Waarom zou je uit eten gaan als je ’t thuis net zo lekker (of lekkerder) krijgt? Bij Rotterdamse voetbalwedstrijden werd er zelfs eten vanuit een kofferbak verkocht. Met groot succes.
De meeste warungs hebben hun onderneming zelf gefinancierd. Een lening van de bank bleek onmogelijk. De Javaanse ondernemers werden hierin zwaar onderschat door de Nederlandse banken. Zo bestond er bijv. een warung die opgezet werd door vijf verschillende partners die allemaal hun aandeel hadden. Zij konden na elke maand na aftrek van de kosten zichzelf allemaal een nettosalaris van een beleidsmedewerker uitkeren. Sommige banken deden achteraf verwoede pogingen deze ondernemers in te palmen om alsnog bij hen te gaan lenen. De eigenaren zullen hun Javaanse neuzen wel opgehaald hebben en lang en breed in hun vuistjes gebulderd hebben; zo kan ik me voorstellen.
Inmiddels is er natuurlijk veel meer concurrentie tussen verschillende warungs, met name in de randstad.
Eten bij de familie Gareng
Warung Gareng (vroeger Warung Rilah), waar ik de overvloed aan Javaanse gerechten kocht, wordt door klanten ook wel de Blauwgrond van Rotterdam genoemd. Je eet er de traditionele Javaanse keuken. Nergens een pakje of zakje maar alles vers gemaakt met allerlei kruiden en specerijen. Van sereh tot lontai, selderij en salamblad.
Gareng’s balans
Alle gerechten die ik proefde zijn vers (knapperige groenten bij de Javaanse kip en knisperende taugé in de saoto) maar kenmerken zich vooral door de balans van allerlei verschillende smaken. Niet te zout, niet te zoet, niet te pittig maar van alles wat. Alle kruiden en specerijen die gebruikt zijn, proef je terug. Niets overheerst. En dat is gevaarlijk want dan kan je blijven eten.
Later kwam ik nog eens terug voor een snackje tussendoor en toen kreeg ik dit:
De saté was gruwelijk. Niks meer aan doen. De kip was lekker zacht, goed gemarineerd en de pindasaus goddelijk.
Even een inzoom:
En dan de baka bana. De lekkerste die ik tot nu toe at. Ik proefde eindelijk eens meer (superzachte) banaan dan deeg. En check de pindasaus op de foto hierboven die je er bij krijgt. Niet zo’n dikke, logge saus maar perfectie in de consistentie. Met stukje gehakte pinda erdoor. Goddelijke dingen…
Telo mix
Maar wat ik echt nog even moet uitlichten is de telo mix. Wat een apparaat van een gerecht is dat!!! Nog praat ik erover in mijn slaap.
Waarom is ie zo goed? De telo (cassave) is megakrokant van buiten en zacht en zelfs smeuïg van binnen. Vaak is ie van binnen jammergenoeg droog. De trie is heerlijk pittig en de bakkeljauw is een beetje zoet. Afgetopt met wat zuur. En check de enorme portie. Ik had er mijn mond vol aan.
De Javaanse kip is subtiel van smaak en met knapperige groenten:
Gewoon nóg een foto, omdat ’t er zo geweldig uitziet allemaal:
Krijg je al honger?
Wacht nog heel even…Ik heb het nog niet met je gehad over de dawet (kokosdrank) daar. Dronk ik ook nog niet beter. Niet te zoet en je proeft echt de sereh (citroengras) die erdoorheen zit!! Vaak is dawet toch een tikkeltje chemisch of simpelweg veel te zoet. Het drankje wordt ijskoud geserveerd en is een hele goeie optie voor naast je bord.
En samballen en andere essentiële sausjes:
Je kan afhalen maar achter in de zaak kun je ook plaatsnemen onder deze spreuken:
V.l.n.r.: Geduld is een bittere boom, maar zijn vruchten zijn lekker om van te eten. En: Een geduldige vrouw is een rijke vrouw.
Dit is het behang daar. Fantastisch. Ik denk er over in mijn huis ook zo’n behang te gaan nemen. Met mijn 10 favoriete lievelingsgerechten die ik niet meer uit mijn geheugen krijg.
Mmmmmmmmmmm….:
Ik pak nu de IC direct naar Roffa. doei!
Als je wil horen hoe knapperig de telo mix is en het geheim van de dawet wil ontdekken, luister dan hier de Mooncake-rubriek op BNR Nieuwsradio terug.
Update zomer ’21: Warung Gareng heeft een nieuwe, extra vestiging geopend in Rotterdam aan de 1e Middellandstraat 23B!
Let op: Warung Rilah ziet er nog hetzelfde uit maar heet voortaan Warung Gareng. Rilah is haar eigen warung gestart – Eethuis Rilah aan de Eerste Visserijstraat 114A. Daar ben ik nog niet geweest.
Een deel van de achtergrondinformatie in dit artikel heb ik te danken aan het boek Saoto, berkat en dawet van Lisa Djasmadi, Hariette Mingoen en Matte Soemopawiro.