ONTVANG DE GRATIS NIEUWSBRIEF

Editorial

Macedonië & Albanië – de reis door De Verborgen Parels part II

By Mooncake

M’n reis door Macedonië en Albanië was wonderbaarlijk. Twee verborgen parels bij uitstek en dus perfect voor een Mooncakeje zoals ik. Dit is part II overAlbanië. Part I over Macedonië vind je hier.

Bij Sveti Naum in Macedonië, waar we sliepen, vroegen we een oude Macedoniër met een wellicht nog oudere auto ons naar de grens te brengen. We staken wandelend over naar Albanië. We dachten dat het daar heel rauw en onbegaanbaar zou zijn. Een beetje zoals Georgië misschien. Met zanderige wegen, oude boeren kromme mensjes die nauwelijks Engels spraken en veel ruige natuur. Een deel was waar.

Van Pogradec naar Korçë

Een taxi bracht ons vanaf de grens bij Pogradec naar Korçë. We verwachtten niet veel van deze stad. We gingen er eigenlijk alleen maar heen om onze huurauto op te halen. Het was zaterdag en de hele stad flaneerde over de boulevard en het stikte er van de terrasjes. Wij dronken een cappuccino die naar chocomel smaakte en een thee gemaakt van poeder. Dat ontregelde ons lichtjes maar de pret werd niet gedrukt. We vonden het restaurant findfour in een prachtig statig pand. Je eet daar een simpele pasta voor €1,80. Ja. Dat bestaat nog. In Europa. Een luxe pasta met garnalen voor minder dan €4,-. Dat zijn de prijzen in Albanië. Je vindt meer van dit soort mooie oude, vaak vervallen gebouwen en de mensen hebben een beetje een Franse flair over zich heen. Hier en daar een crêperie.

Reisen ist tödlich für die Vorurteile

En je voelt je dan best dommig. Terwijl wij met onze billen cool aan het doen zijn in ons lage landje dat het allemaal zo goed doet op allerlei vlakken volgens allerlei onderzoeken en hitlijsten, en we citytrips maken naar Lissabon en Berlijn en overal dezelfde latte macchiato’s drinken aan dezelfde tafels van lichtgekleurd hout en met dezelfde peertjes boven ons hoofd, vergeten we een land als Albanië dat in veel opzichten veel authentieker is dan welk ander Europees land dan ook. En als de naam Albanië valt denken we vaak dat de mensen daar een rauw leven hebben met slechte gebitten en popt de term ‘Albanese maffia’ in onze hoofden op. Toch? Maar ze strutten daar ook gewoon door hun straten en drinken cocktails in onvervalste barren, slurpen aan pasta’s en hebben banen waar ze naar onderweg zijn op hoge of lage hakken of geen hakken. Reisen ist tödlich für die Vorurteile. And I’m loving it.

Berat

We vertrokken met onze huurauto over een slingerende maar gladde weg door de bergen die ons uiteindelijk naar Berat bracht. We reden langs het Ohrid-meer en aan de kant van de weg stonden stalletjes met huisgemaakte olijfolie, jam, honing, enorme pompoenen en meer van dat. Ik had ze graag willen fotograferen maar stoppen was sterven op die weg. Hoe die mensen hun waar verkocht krijgen is mij nog steeds een raadsel.

Guitig jong met vis uit het Ohrid-meer (hopelijk niet de bedreigde soort :-|):

albanie

Rijden in Albanië

De rit naar Berat was wel een uitdaging omdat we moesten wennen aan de Albanese rijstijl. In het kort betekent dat veel inhalen op onmogelijke momenten en gek doen terwijl je op een eenbaansweg rijdt. Toen in 1991 het communisme verdween in Albanië telde het land zo’n 600 auto’s. Weinig mensen hadden genoeg geld om er één te kopen en daarna wilde iedereen een auto maar eigenlijk kon niemand rijden. Het komt er op neer dat je eigenlijk continu in opperste staat van paraatheid moet zijn en verder vooral mee moet gaan met de flow. Dus als iemand kei hard en suïcidaal op je af komt rijden omdat ie op een onmogelijk moment wil inhalen, wijk je gewoon uit naar de vluchtstrook terwijl je doorrijdt alsof er niks aan de hand is.

Why Google, why?

Toen de zon onderging, stuurde Google maps ons een zijweggetje in (whyyyy???) en dat weggetje was bij uitstek de slechtste die ik ooit gezien had. Overal diepe kuilen en geen straatverlichting. Gelukkig kwamen we weer uit op de goede, nieuwe weg waar we gewoon op hadden moeten blijven. Met nog een kleine botsing met een dronken Albanees die gewoon doorreed waren we verschrikkelijk blij toen we in Berat aankwamen. We vonden een heerlijk hotel – Rezidenca Deserat met een rainforestshower en enorm bed en een nog groter balkon. En toen gingen we eten.

Lili in Berat

Tussen de eeuwenoude Ottomaanse huisjes via de steile weggetjes vonden we Lili. Zijn vrouw staat in de keuken en onder een granaatappelboom op de plek wat ooit de keuken was van de familie maar die ooit, generaties geleden afbrandde, staan zes houten tafeltjes. Daar op die plek, onder praktische tl-buis-kleurige verlichting die je enkel zo fel bij Arabieren en Chassidische joden ziet, eet je gerechten uit de huidige keuken van het huis. Je krijgt een kartonnen bord voor je neus met plaatjes van de gerechten die je kan bestellen. We aten aubergines uit de oven, de lekkerste pilav, gevulde tomaat en de beste lamsburgers ooit en bestelden een karaf wijn die de vader van Lili zelf maakt. We vonden het zo lekker dat we besloten daar twee dagen achter elkaar te eten. Never change a winning team.

Lili in actie op zijn volle terras:

thumb_dscn1377_1024

Overheerlijke, bijna crunchy, lamsburgers en de aubergine uit de oven met hele tenen knoflook:

thumb_dscn1388_1024

Ik nam een kijkje in de keuken. Eigenlijk is het een Airbnbtje op culinair gebied:

thumb_dscn1371_1024

De burgers in kwestie:

thumb_dscn1367_1024

De granaatappelboom waar je onder zit:

thumb_dscn1380_1024

Eet je bord leeg

Het adres is Rruga Llambi Guxhumani. Als je in Berat bent, ga dan ajb langs Lili. Lili is eigenlijk reden genoeg om überhaupt naar Berat te gaan en misschien zelfs wel naar Albanië. Kleine opmerking: hij is ontzettend aardig maar staat wel zijn mannetje. Als je je bord niet leeg eet, is hij in staat met zijn vriendelijke, zachte stemgeluid je te dwingen dit wel te doen. Erg grappig, want hij meent het.

Albanese nachtwinkel

Toen we aankwamen bij het restaurant zagen we licht branden in een deuropening. Een oude dame schoot naar buiten en zette een fles raki aan onze monden. We moesten en zouden een slok nemen. God wist hoeveel mensen al aan die fles gelurkt hadden maar soit, geleefd hebben we en alcohol ontsmet. Verder verkocht ze jam, olijfolie en honing uit eigen tuin en keuken. Het Albanese antwoord op de nachtwinkel:

thumb_dscn1404_1024

Lili had geen toetje meer en dus zochten we in het centrum en lieten we ons een “traditioneel” dessert aanmeten in een totaal hysterische setting:

thumb_dscn1418_1024

Ik weet niet wat dit gerechtje was of wat er in zat maar de ober raadde het ons ten zeerste aan. Het was zijn favoriete toetje aller tijden maar ik vroeg me af of het überhaupt eetbaar was en wat er van binnen met me gebeurde.

Big Boss-ui

De volgende dag liepen we door het centrum. Groenteboeren zijn alom vertegenwoordigd door heel het land:

thumb_dscn1320_1024

Wie ooit een grotere bosui zag dan deze mag zich bij me melden:

thumb_dscn1316_1024

Mountain tea

Mountain tea wordt in Macedonië én Albanië heel veel gedronken en schijnt je immuunsysteem te versterken. Het zal mij benieuwen hoe lang het duurt voordat deze thee een superfood wordt dat je voor veel te veel geld bij de Ekoplaza kan halen. Of de Hema. Of Kruidvat. Of Etos. Of Xenos. Of gewoon bij Albert Heijn:

thumb_dscn1317_1024

Deze dame poseerde alsof ze de hele dag niets anders deed:

thumb_dscn1314_1024

En dan een lekker koffiewinkeltje:

thumb_dscn1301_1024

Met een eigenaresse wiens haarkleur opgaat in het interieur:

thumb_dscn1303_1024

Zonnepitten zijn één van de meeste basale levensbehoeften in dit land:

thumb_dscn1297_1024

Dhermi en Himare

We reden door naar de kust. We passeerden Vlorë maar dat leek ons niks. Te druk en teveel bebouwd. Via de weg langs de kust reden we zo de bergen in en daalde de temperatuur van 26 naar 15 graden. Hele mooie route, vooral de afdaling is prachtig. We kwamen onderweg de architect tegen van dit hotel en besloten daar te slapen. Lichtelijk hysterisch qua inrichting maar met een heerlijke tuin met citroenbomen, bananenplanten, rozenstruiken enz. en een zwembad. Het strand daar heet Dhermi. Als je gaat, neem dan badschoentjes mee want het zijn meestal kiezelstranden. Culinair gezien was Dhermi een ramp. Het seizoen was voorbij en bijna alles was dicht. Ik stuurde een veel te zoute pasta met dode mug terug naar de keuken en miste heel even, een gespleten seconde die pastatent op Nederlandse stations. Het kan soms raar lopen in het leven. De volgende dag besloten we zuidelijker te gaan en meer stranden te ontdekken. We stopten onderweg in Himare waar we lekker Grieks aten:

thumb_dscn1447_1024

De ober die ons bediende, schopte een heel lief hondje met halsband van z’n terras af dus jullie begrijpen dat ik de naam van dit restaurant niet ga noemen in mijn blog.

Qeparo beach

We huurden een heerlijke kamer aan het strand in Qeparo bij Hotel Riviera:

thumb_dscn1462_1024

Dat was echt een feestje en we betaalden €15,- per nacht incl. ontbijt. Hotel Riviera wordt gerund door een hele lieve familie. De moeder kan heel lekker koken. Het terras waar ze ‘s morgens je ontbijt serveren kijkt ook uit over de zee. Ze hebben veel druivenstruiken en maken zelf hun wijn. Dit was het uitzicht vanaf ons balkon:

thumb_dscn1585_1024

Homemade heerlijkheden aan het strand

Ze hebben een menukaart met gegrilde vis en kip etc. die je altijd kan bestellen. De traditionele gerechten moet je een dag vooraf doorgeven. De eerste avond werden het gegrilde kip en groentes en bestelden we meteen voor de lunch de dag erna. Ik hoorde dat er vlees gehakt werd op een houten blok en de grill in de tuin werd aangestoken:

thumb_dscn1452_1024

Glaasje wijn erbij, wederom van eigen makelij:

thumb_dscn1472_1024

Nieuwe oogst kwam binnen toen we daar zaten:

thumb_dscn1574_1024

Echt om op te eten als je ‘t mij vraagt:

thumb_dscn1570_1024

Courgettes worden op menukaarten vaak vertaald naar het Engels als ‘pumpkin’ en als je dit formaat ziet snap je waarom.

Life as it is in Qeparo

Er loopt een lieve hond rond bij het hotel die ooit van de buren was en door de familie geadopteerd is. Een jongen op een rammelende turquoise fiets komt voorbij. De zon gaat onder en de zee ruist. Als toetje kochten we droge zand- en chocoladekoekjes bij het enige bakkertje van het dorp. Dat is de leven in Qeparo.

Albanees ontbijt

De volgende dag verheugden we ons bij het ontbijt alweer op de lunch alhoewel het ontbijt ook heel erg lekker was. De moeder des huizes bakte deze briljante broodjes in olie. Beetje kaas en honing erin, of je vult ze met een gebakken eitje en je bent weer even in de veronderstelling dat het leven je toelacht.

thumb_dscn1508_1024

De volgende ochtend ben ik de keuken in gesneakt om uit te vinden hoe je die broodjes maakt. Het recept volgt binnenkort.

Kijk haar gaan:

Albania

Albanese lunch

En dan hier de lunch. Magistraal. Boven alle verwachtingen. Echt een foodfissa eerste klasse. Van de bovenste plank, alles. Een ovengerecht met feta, ricotta, garnalen, groenten en kruiden met wat brood erbij:

thumb_dscn1552_1024

Zachte gevulde paprika (hoe kon het ook anders):

thumb_dscn1560_1024

En toen kwam er een pruttelend koningsgerecht op tafel dat wemelde van de groentes, kruiden, kaas en dat werd afgetopt met een eitje:

thumb_dscn1563_1024

Ik heb hier ook nog live beelden van:

We genoten met volle teugen.

Wijn uit eigen tuin

Druiven uit eigen tuin waar wijn mee gemaakt werd. We kregen een bord mee en ik had deze soort nog nooit geproefd. Zoet en er zat iets in de smaak dat ik niet kan uitleggen. Ga er gewoon heen om te proeven:

thumb_dscn1548_1024

Dit diertje ging even uit flaneren op de boulevard:

thumb_dscn1546_1024 thumb_dscn1539_1024

Vooral in dit gebied wordt veel olijfolie gemaakt:

thumb_dscn1530_1024

Verbeterde wegen

Hieronder een Albanees verkeersbord. Zo’n oud, onoverzichtelijk bord is een grote uitzondering, vandaar de foto. De verkeersborden- en aanwijzingen in Albanië zijn beter dan die in België. Maar goed, wat zegt dat. Haha. Nee, grap. De verkeersaanwijzingen zijn echt heel goed in Albanië.

thumb_dscn1524_1024

Courgettes hangen gewoon op straat hier:

thumb_dscn1517_1024

thumb_dscn1545_1024

Onderweg naar Ksamil

En dit was onderweg naar onze volgende bestemming, Ksamil. You know the drill inmiddels: huisgemaakte honing, olijfolie e.d. en hier ook nog een heleboel gedroogde vijgen en druiven:

thumb_dscn1587_1024

Aangekomen in Ksamil liepen we wat rond en aan de zee vonden we deze Villa Kakelbont genaamd Vila Ostrovica. We huurden er een appartement met kanariegele muren, donkerbruine kasten en een dekbedovertrek met vlinders in alle kleuren van de regenboog. Totale balkanhysterie, erg leuk. En een megabalkon ook nog, heel fijn.

thumb_dscn1716_1024

Brother’s Taverna

We liepen de hoek om en aan de Rruga Riviera vonden we Brother’s Taverna. Een ouder koppel dat samen heerlijk eten kookt. We lunchten met souvlaki en een Griekse salade. Vanuit Ksamil kijk je uit op Corfu en de Griekse invloed is hier heel duidelijk te merken.

thumb_dscn1602_1024

thumb_dscn1605_1024

We zijn nog een keer terug gegaan voor een diner omdat we gevulde gegrilde vis op de kaart hadden zien staan en die was ook heel erg lekker:

thumb_dscn1705_1024

En de wijn weer zelfgemaakt uiteraard. Dat is pas echt huiswijn:

14599920_10155382928749741_1800620650_o

Villa Kakelbont

Toen we na onze eerste dag terugkwamen van het strand, wachtte de zelfbenoemde commandant van Villa Kakelbont ons op met door hem zelf gevangen en gegrilde visjes, huisgemaakte witte kaas, toptomaatjes, overheerlijke paddestoelen en raki, ook huisgemaakt:

thumb_dscn1617_1024

De commandant in zijn habitat:

thumb_dscn1633_1024

Zo ziet een gemiddeld strandje eruit in Albanië. Just saying…

thumb_dscn1698_1024

Mare nostrum cuisine in Sarandë

En toen, op een avond, gebeurde er iets fantastisch. We besloten naar Sarandë te rijden. Dat bleek een drukke kustplaats te zijn (vlakbij Ksamil) met veel restaurants, bars en winkels. En dat is precies het leuke aan een reis naar Albanië (en ook Macedonië); je weet elke keer eigenlijk niet zo goed wat je moet verwachten. Je maakt steeds weer een deurtje open met een nieuwe verrassing erachter. We besloten wat te eten in Sarandë en kwamen terecht bij Mare Nostrum Cusine. Ik at daar een briljant gerecht, nl. vegetarische köfte. Bedacht door de hele lieve chef-kokkin in de keuken, Entela. Het recept werd voor me vertaald terwijl zij nog een portie voor ons maakte. Niet te doen hoe lief! Binnenkort maak ik ze zelf (oh happy day!) en deel ik het recept met jullie. Hier vast een voorproefje:

thumb_dscn1690_1024

En hier zie je dan de liefste chefkok ever:

thumb_dscn1672_1024

Gjirokastër

Na Ksamil wisten we even niet zo goed waar we heen moesten en eigenlijk dacht ik toen, dit was ‘t wel zo’n beetje. Ik had wel wat gelezen over Gjirokastër en we besloten daar heen te rijden via Syri i Kaltër – een borrelende waterbron in sprookjesachtige setting die meer dan 50 meter diep is. Gjirokastër is een hele mooie oude Ottomaanse stad en staat bovendien op de UNESCO Werelderfgoedlijst (net als Berat trouwens). We gingen op zoek naar een hotel en kregen de kans om de Ottomaanse koningssuite van Old Bazaar 1970 te zien. Eén van de meest authentieke en mooiste suites die ik tot nu toe zag en die absoluut niet onder doet voor de betere suites in een stad als Amsterdam alleen hier was ie nog redelijk betaalbaar. We sloegen ‘m even over en omdat ze op dat moment alleen kleine kamers hadden, besloten we een ander hotel te kiezen. Daar hebben ze ook een echt prachtig ingerichte familiekamer waar je voor €50,- met z’n vieren kan slapen. ‘s Morgens bij het ontbijt serveerde ze petulla, Albanese oliebolletjes.

Odaja

Na het inchecken gingen we op zoek naar een lunch. Een local raadde ons aan om naar restaurant Odaja te gaan. Geweldige tent! Ze hebben een hele leuke traditioneel Ottomaanse hoekkamer waar je kan zitten, wij kozen voor ons eigen privé-balkon. Ook qua eten dacht ik dat we het wel gehad hadden. Maar niets bleek minder waar. Stonden er ineens rijstballen en tomatenbeignets (typisch voor deze regio) op de kaart. Niet te doen dit land! Kijk dan toch! Dit waren de rijstballen (met op de achtergrond de beste moussaka so far):

thumb_dscn1734_1024

En de tomatenbeignets:

thumb_dscn1739_1024

Oh en we bestelden ook het fetafilofestijntje hieronder. Feta in filodeeg, besprenkeld met sesamzaadjes en overgoten met wat honing. Draag jij mij weg?

14600728_10155382929844741_22353730_o

Tomatenbeignets en rijstballen

Nog even om duidelijk te zijn: voor een lunch als deze ben je met twee personen in totaal ongeveer €9 kwijt. In totaal, dus niet per persoon. Nog even op een rij: we hadden dus twee  van die fetafilodingen, moussaka, 4 rijstballen, twee tomatenbeignets, brood en twee flesjes water. Dit land is echt niet te doen. Ga er ajb heen voordat ze lid worden van de EU. Want jij en ik weten allebei dat we dit soort praktijken dan wel op onze buiken kunnen schrijven. We teerden de rest van de dag op dit feestmaal en bezochten het kasteel, de oude bazaar en het Zekate huis. De oude bazaar heeft trouwens hele vette winkeltjes met antiek, traditionele kleding, streekproducten en overblijfselen uit de communistische tijd. Bij ons hotel was een dansfestival aan de gang met allemaal verschillende balkan-landen in traditionele kostuums. Heel vet alleen het geluid was het slechtste dat ooit onze gehoorgang binnendrong en dus vluchtten we gauw weg. Bij de uitgang wachtte ons dit:

14618787_10155382930769741_1206336908_o

Albanese hapjeshemel

Een Albanese hapjeshemel, eigenlijk voor de artiesten en niet te koop. Onze tactiek was om te vragen wat alles precies was en dat werkte want al snel kregen we wat hapjes toegestopt…

thumb_dscn1769_1024

Shkodër

De volgende dag racete we in 4,5 uur tijd over de Duits aandoende wegen van Gjirokastër naar Shkodër. Een rit waar de gemiddelde Albanees waarschijnlijk 6 uur over doet. We sliepen die nacht in een fantastische tipi tent bij Lake Shkodra Resort, een heerlijke plek om te zijn. ‘s Avonds reden we naar het centrum van Shkodër, een stad die echt prachtig gerenoveerd is en hier en daar Italiaans aandoet. Ze hebben er een heel vet museum over Marubi, de eerste fotograaf in Albanië en nu kom ik er net achter dat een deel van hun collectie nog t/m 27 november in FOAM in Amsterdam te zien is. Ga daar heen om vast op te warmen voor je reis naar Albanië! Hier vind je meer info.

14550895_10155382932964741_292698117_o

Dit heb ik helaas gemist toen we onderweg waren naar de hoofdstad maar schijnt ook een fantastische plek te zijn om lokaal en biologisch te eten.

Tirana time

De laatste twee nachten brachten we door in Tirana. Veel verkeer maar goed eten en eigengereide bars en restaurants die me deden denken aan Tel Aviv – het Berlijn van het Midden-Oosten. Anders dan in gevestigde steden zoals Parijs en Rome krijg je hier het idee dat er nog heel veel mogelijk is en ook gaat gebeuren. Ik at deze briljante polentacakejes als lunch. Verden aten we pasta’s, tempura veggies en een steak – dingen die we hier ook wel kennen maar wel bij een hele leuk tent genaamd Çoko met een hele goede chef. We aten daar op een maandagavond en het terras zat helemaal vol met cocktail-drinkende Tiranezen. Ook de stad was wakker en wel; het leek wel een vrijdagavond.

14599756_10155382938934741_698182792_o

Cocktails bij Kometeti

Dit hieronder is een heel erg leuk museum-café genaamd Kometeti. Ze hebben een hele collectie zelfgemaakte likeuren waar ze heerlijke cocktails mee brouwen. De (ijs)-theeën zijn ook heel lekker en er hangt een hele goeie sfeer.

thumb_dscn1787_1024

Luister vrienden. Ga naar Albanië. Het is nu nog authentiek, spotgoedkoop en loopt niet over van de toeristen. Wij zijn welgeteld twee Nederlanders tegengekomen. En dat vinden wij individueel georiënteerde entiteiten maar wat fijn. De Duitsers en hun campers trekken al door dit land en de Italianen houden van Ksamil in het zuiden. Wij waren er eind september – begin oktober en dan is het vrij rustig. In juli en augustus schijn je het land, en vooral de stranden, beter te kunnen mijden vanwege de hordes toeristen. Albanië is eigenlijk een beetje zoals Iran. Ga er nu nog heen voordat de rest van de wereld het land ontdekt heeft. Now off you go, veel plezier!